“Pap, wie heeft er nu gewonnen? die zwarte of die witte?” was de vraag van Mathijs tijdens het diner. “Meneer Obama heeft gewonnen.” “Dat is dus die zwarte he pap?” “Ja dat is die zwarte.” “Nou, daar ben ik helemaal niet blij mee, dat die witte heeft verloren.” “Oh, waarom ben je daar dan niet blij mee?” “Die zwarte wil alles veranderen, en ik ben best wel blij met hoe het is.”
Tot zover de logica van een kind van 7. De wereld is goed, en daar moet je dan ook vanaf blijven.