Tja, wat is nou vriendschap… kan je wel weer dat blauwe tegeltje van Toon Hermans erbij halen, maar dat is nou net niet wat ik bedoel in dit verband. Wij zijn een gezin met een zogenaamd “open” huishouden. Dat impliceert dat een ieder die zich enigszins gedraagt van harte welkom is om op de bank te ploffen, mee te nassen of anderszins deel te nemen aan het gezellig samenzijn.
Maar soms, dan twijfel ik daaraan. Mensen die al jaren over de vloer rollen gaan me irriteren, hetzij door gewijzigde omstandigheden bij ons, hetzij door een gewijzigde opstelling of door de verworven vrijheden. En daar ligt voor mij de crux. Ze gaan over een grens. Het is niet meer prettig dat zij deel uitmaken van het geheel. Maar hoe ga je daar nou precies mee om? In duidelijke gevallen (bijvb. De wegwaai tante) is het eenvoudig. Na een aantal grensoverschrijdende gevallen trek je een streep en laat je de bom gewoon barsten. Hup, opgesodemieterd, weg kwijt…pleite. En nooit meer terugkomen.
In andere gevallen ligt het genuanceerder. Neem nou kennis N. die klakkeloos aanneemt dat het hele huis, inclusief bewoners en bezoekers, volledig gecharmeerd is van hem. Omdat hij zo’n toffe peer is (in zijn beleving). Eens in de zoveel tijd komt hij langs om ons te kortwieken. Soms zit hij er een beetje naast, maar ach, die hap groeit wel weer aan. Maar de laatste paar keren is het een inbreuk aan het worden. Ik stoor me aan kleine dingen, zoals de tondeuse dit toch echt bot is en derhalve niet je haren scheert, maar deze epileert. Het feit dat hij klakkeloos aanneemt dat alles wat ik na lang zoeken op het internet heb gevonden ook voor hem is bedoeld en derhalve direct eist dat mijn mooie achtergrond ook op zijn, incompatibele, telefoon wordt overgezet. Maar zijn laatste escapade heeft toch een beetje de deur dicht gedaan.
Ik, lees mijn knappe blonde meisje, rijdt een Saab cabrio. Gekocht van spaargeld en onze ultieme droom auto. Daar zijn we zuinig op, sterker nog, ik poets me rot aan dat ding. Als een hen met kuikens bewaak ik de voor-de-deur-parkeerplek zodat ik weet dat de Saab veilig voor de deur staat en ik snel beneden ben wanneer een onverlaat te dicht in de buurt komt van deze zilver glimmende schoonheid.
Afgelopen zaterdag was het weer knipdag. Dus kwam N. met zijn Duitse sloep ons met een bezoekje vereren. Sinds een of andere lul een steen door zijn achterraam heeft gepleurd (iets te maken met die Duitse nummerplaat?) parkeert hij niet meer op de bezoekers parkeerplaats maar wenst hij ook voor de rij huizen te staan, met dezelfde achterlijke redenatie als ik hanteer dat je auto daar veiliger staat. Tot zover snap ik het wel.
Jammer genoeg overschat onze dikbuikige knip vriend zijn eigen stuurmanskunst een beetje en rijdt hij als een echte Amsterdammer. De weg is derhalve van hem en voor het inparkeren neem je de ruimte. Qua tijd dan, want minstens 6x steken voor de sloep gepast half op de weg, half op de parkeerplaats staat. En ook deze keer moest N. fileparkeren, verergerd door het feit dat die kut gemeente ter bescherming paaltjes om de lantaarnpaal heeft geplaats (zijn hier ook niet gek, en weten precies hoeveel Amsterdammers zich in onze gemeente hebben gevestigd). Tijdens zijn maneuver rijdt hij achteruit tegen de bumper van mijn mooie Saab, ondanks de waarschuwende kreten van mijn lief en de bezoekende vriendin (had ik als gemeld dat wij bij mooi weer graag in ons voortuintje zitten om de zon op te zuigen en te lachen om die zielenpoten die in allerlei rare outfits langs wensen te joggen?). En jawel, na de auto naar zijn tevredenheid gestald te hebben stapt ie uit en bijt mijn meisje toe dat hij echt wel kan parkeren, dat er toch niets aan de hand is en wat dat geschreeuw nou allemaal precies moet. Hij had die Saab toch niet geraakt….. Maar jammer genoeg vriend N, die heb je wel geraakt. Met je trekhaak heb je een prachtige beschadiging achtergelaten. En hoe moet ik hier nou mee omgaan…. Wie het weet mag het melden