Ja goedemorgen zeg wat een open deur. Dat “samen zijn we sterk” weten we allemaal wel. Een oud Nederlands gezegde met een socialistisch, zelfs marxistische insteek. Maar wel een waarheid als een koe (ook al zo’n mooi gezegde). Maar zoals zovaak erkennen we met zijn allen de waarheid van zo’n gezegde maar handelen er vervolgens niet naar. Nu kan je samen sterk naar heel veel zaken doortrekken (waarvan ik er vast wel een aantal al benoemd heb) maar deze keer trekt het meer naar de gemeenschap.
We zijn pas verhuisd naar het mooie en vooral vriendelijke Meerhout. Zelfs in de kou kan ik oeverloos genieten van het prachtige landschap hier in de Kempen, maar het valt me ook op hoe vriendelijk (bijna) iedereen hier is. Op het gemeentehuis, in de winkels, de mensen die ik tegenkom tijdens het wandelen met de hond, de buren. Een warm bad. En, zoals het in een kleine gemeenschap vaak is kent iedereen (bijna) iedereen. De burgemeester staat bij de gemeentewerf als de boompjes voor het 1001 bomen project worden uitgereikt. Ik bedoel maar, de carrière figuren uit Nederland komen hun nest niet uit voor zoiets. En, omdat het een redelijk hechte gemeenschap is weet iedereen wel wat je waar kan kopen of bij wie.
Maar, iets wat me wel opvalt is dat men (daar heb je ze weer, men) hier nog niet zo georganiseerd is als in Nederland. Voor een nieuwkomer – en eentje die zich hier echt wel welkom voelt – is het toch echt zoeken en veel vragen hoe en wat (vooral wie) er wat voor diensten aanbiedt. Een paar zijn er wel te vinden via het internet, maar voor een groot deel is er niks te achterhalen of te vinden. Ik vermoed dat het voor een deel ook te wijten is aan de Belgische favoriete sport “foefelen” maar dan nog.
Het zou handig zijn wanneer er een soort van vraagbaak zou zijn, hetzij op de gemeente, hetzij op een centraal punt dat bemand is met vrijwilligers (nee, ik ben geen voorstander van internet hiervoor). Een knus hok waar je gewoon eens binnenstapt om te horen wie er hier in de buurt ramen verkoopt, wie je kan vragen om je gazon eens om te ploegen, wie er een emmertje mest heeft voor de plantjes. Maar ook wie er een goede kapper is, welke winkel je moet hebben voor de oude onderdelen van je garagedeur, of de losse stoppers van je (verouderde) rolluiken. Kortom, een soort van gidsen voor de gemeenschap.
Ik bedenk, terwijl ik hier typ, dat dat prachtig in een koffiekamer van het rusthuis zou kunnen. Slaan we twee vliegen in een klap.