Sorry Zeeland....
Wat een gotspe. Een klucht John Lanting waardig. Terwijl de basis eigenlijk heel basaal is. Een uitgerangeerd politiek meisje (deze keer van het CDA) wiens grote wapenfeiten ons nu voorkomen als grootheidswaanzin en nooit levensvatbaar, die als compensatie voor haar vertrek uit de kringen van ongelimiteerde budgetten van een partijgenoot een doekje voor het bloeden krijgt toegeworpen. En, zoals dat hoort in die kringen, veegt dat doekje gelijk de levens van velen mee de gootsteen en het putje in.
Qua Patet OrbisZo wijd de wereld strekt
Voor ik verder ga moet er wel wat van mijn hart.
Een marinier, zo’n beetje het stoerste wat we bij defensie hebben, die hoort niet te zeiken wanneer zijn bed verplaatst wordt. Je vreet van overheidsgeld. Als dat geld dan roept dat je ergens anders gaat slapen dan ga je. Staat het je niet aan dan hoor je niet meer bij de mariniers. Sowieso niet wanneer je een gezellig gezinnetje hebt en na de dienst je huiswaarts spoed om je dampende zweetpantoffels onder de keukentafel te stallen voor de de warme prak die liefdevol is bereid door moeders de vrouw. Dan ben je geen marinier, dan ben je gewoon een ambtenaar, een zandhaas. Voor je eigen ego roep je nog wel dat je marinier bent, maar je hoort gewoon thuis op de reünie, niet meer actief in het veld. En dat weet je zelf ook.
Goed, het spelletje dan nu.
Verdient zeker niet de schoonheidsprijs, maar welk Haags project verdient dat wel. Heel Den Haag (nou…. heel…. de autochtone Hagenezen natuurlijk niet) hangt aan elkaar van politieke gun- & run projecten waarbij grote bakken geld onder de noemer van project worden doorgeschoven naar vriendjes.
Die vriendjes schuiven op hun beurt dan weer andere bakken geld terug in de vorm van nieuwe projecten of baantjes. Zo houden we elkaar mooi in stand met gemeenschapsgeld, lijkt het of we nuttige dingen doen en komen comfortabel naar ons pensioen.
Maar, wat mij trigerde om dit neer te pennen? Een staatssecretaris (want die kunnen we makkelijk opofferen voor lijken die schreeuwend uit de kast springen) die door het stof kruipt voor een stel ander politici en sorry zegt. Zo vaak sorry dat zelfs de doorgewinterde kamervoorzitter (ook een politiek erebaantje, vooral niet voor de meest geschikte persoon) zich plaatsvervangend schaamt. En ik moet dan lachen. want het is allemaal voor de bühne. Op mijn Oudhollandse klompen voel ik aan dat het stof neer is gedwarreld en het volgende lucratieve project gewoon weer naar Zeeland gaat. Als goedmakertje. En dan begint het hele circus weer van voren af aan. Want zo gaat dat in die kringen….