Een heus opiniestuk over de dreiging van de islam. Weliswaar mijn opinie, maar toch. Als ik op Twitter kijk, de kranten lees of sporadisch het nieuws volg dan blijft dat een terugkomend gebeuren, die dreiging. Is er een aanslag, dan is het gedaan door een volger van de profeet. Is er een rel, dan staat de islam weer in het zonnetje. Maar ik vraag mij toch wel af of het de islam is, of dat de islam gewoon het laatste excuus is van misleide lieden met een extreem minderwaardigheidscomplex die zich voor het karretje van schimmige leiders laten binden.
Want laten we eerlijk zijn, extremisme gebaseerd op een superioriteitsgedachte is van alle tijden. Voorbeelden genoeg in de historie. Van de kruistochten naar de inquisitie naar het systematisch uitroeien van de joden in de tweede wereldoorlog. Wel valt mij op dat er altijd teruggegrepen wordt op een superioriteit. Of dat nu god is, een natie of een vermeend ras, het is altijd een verbindende factor die door de eeuwen heen een excuus vormt voor acties van de extremisten.
Afgunst, jaloezie en een achterstand in de maatschappelijke ontwikkeling gekoppeld aan een lakse houding van autoriteiten lijkt mij meer het punt. Dat de labiele figuren die zich het meest achtergesteld voelen in onze (westerse) maatschappij zich daardoor makkelijk laten beïnvloeden door op macht beluste figuren die een kapstok zoeken om hun groei aan te kunnen hangen.
Wat is makkelijker om de toch al verbreide gevoelens in een maatschappij te gebruiken om jouw macht te vergroten. Adolf deed het, de verschillende pausen van de roomse beweging deden het en de koningen van de wereld deden het ook. Zichzelf op een voetstuk plaatsen door gebruik te maken van angst. De angst voor het onbekende, de angst voor verslechterde (levens)omstandigheden, de angst voor een andere groep. Psychologie, dat is de verbindende factor. De psychologie van de angst. Niet een geloof, hoe verdwaasd dat in andermans ogen ook overkomt. Niet de superioriteit van een ras of een natie. De manipulatie van de angst, handig uitgevoerd door op macht beluste figuren.
Deze figuren vinden een makkelijk beïnvloedbare groep mensen bij de achtergestelden in de samenleving. Mensen die uit een cultuur komen die zich niet heeft ontwikkeld naar een welvaartsstandaard. Mensen die zien dat bij de buren het gras groener is. En daar verongelijkt jaloers over worden omdat in hun ogen zij de kansen niet krijgen om daarvan te profiteren. Zij mogen niet op het gras van de buren picknicken. Zij zijn, in hun ogen, veroordeeld om op het kale beton te zitten. Van die mensen wordt schaamteloos gebruik gemaakt. Die mensen wordt het gif van de indoctrinatie langzaam in hun oor gedruppeld. En dat gif vindt een vruchtbare voedingsbodem.
De kop boven deze tekst is dus eigenlijk verkeerd. Het is niet zozeer de islam die dreigt, het zijn de achtergestelden. Zij bedreigen de samenleving die ze zelf eigenlijk begeren. Het excuus islam is slechts een kapstokje. Een kapstokje waardoor de achter de schermen opererende leiders en volksmenners zich nog meer macht kunnen toe-eigenen en de maatschappij waar de achtergestelden zo naar hunkeren kunnen ontwrichten.
De echte kop zou moeten zijn: “Verdeel en Heers”