Godskanonne, een speciale website met verhaaltjes over wat gehandicapten voelen. Dat is ’n geil initiatief van de op geld beluste internet scribenten die zich achter de vlakke vormgeving verbergen. Zou je denken. Laat ik nou gehandicapt zijn. Lichamelijk in ieder geval. Geestelijk waarschijnlijk. Zie daarvoor de andere berichten op deze (net zo kut vorm gegeven) website. Maar de vraag dringt zich aan mij op…
“Ben ik wel voldoende gehandicapt?”.
Ik zou het eigenlijk niet weten. Misschien is er een lijstje wat ik kan gebruiken voordat ik solliciteert als gastschrijver. Een heuse handicap checklist, met van die blokjes die je kan aanvinken. Waar dan een gewogen score aan hangt. Zo van:
ontbreekt er bij u een ledemaat?
- Nee, (0 punten)
- Ja, linkerarm (10 punten)
- Ja, rechterarm (15 punten)
- Ja, linkerbeen (7,5 punten)
- Ja, rechterbeen (10 punten)
Pas bij 50 punten ben je dan gehandicapt. Ofzo.
Ik maak me overigens over diezelfde vraag wel vaker druk. Maar dan in het dagelijks leven. Ja, ik ben afgekeurd. Dat lag ook voor ’n (flink?) deel aan het maatman regeltje. Ja, ik heb een invaliden parkeerkaart (zie het stukje hierover). Ik heb continue spierpijn en kramp. En dan heb ik het niet eens over de behandelingen (met bleomycine) en hoe ik me daarna voel. Ik heb flink wat vermoeidheidsklachten, want steeds tegen de hiervoor genoemde ellende vechten (letterlijk vechten) doet wat met je lijf. Gelukkig leg ik die vraag steeds vaker naast me neer. Een kwestie van acceptatie. Ook iets waar je lang voor nodig hebt. Om zelf je limiet te accepteren. Dat ik moet kiezen of ik naar een rugbywedstrijd van m’n kids ga kijken of dat ik iets anders ga doen. Want alle twee…. vette pech voor den kaboutertjes. Laten we het erop houden dat kiezen gewoon kut is.
Helemaal kut wordt het wanneer je, buiten je normale aandoeningen, nog wat reguliere klachten krijgt. Van die dingen die bij het stijgen der jaren horen. Een nieuwe heup bijvoorbeeld, of diabetes. Eerst denk je nog dat die nieuwe pijntjes bij de bestaande situatie horen. Dus ga je de bekende molen in om vervolgens te horen dat de prof (in mijn geval 2 profs, een dokter en een rits drs-jes) niks kunnen vinden dat gerelateerd is aan de bestaande conditie. Je loopt daar direct tegen een drempel, een beperking in de zorg. Wel een drempel die je zelf hebt opgeworpen omdat je nu eenmaal vertrouwen hebt in “jouw” behandelaars. En als die het niet kunnen vinden dan moet je wel even durven door te pakken om toch een diagnose te krijgen.
Eerlijkheidshalve moet ik hier wel bekennen dat ik, gesteund door jaren van ziekenhuisbezoek en eigen onderzoekjes, behoorlijk eigenwijs ben geworden. Dat staat natuurlijk de relatie met doktoren behoorlijk in de weg. Want de meeste doktoren houden er niet van wanneer je hun bestudeerde pose durft te betwisten. Dat is dus ook alweer een nadeel van gehandicapt zijn, of in ieder geval een goede smoes.
Maar goed, genoeg stof om verhaaltjes te schrijven over hoe gehandicapten zich voelen. Zal ik eens solliciteren?