Gisteren hebben we (de hele famdamely) ongeveer 350 km extra op de kilometerteller van het autootje gezet (voor die graaiers in den haag er weer een extra heffing opgooien). Ik ben op afscheidsbezoek geweest bij mijn peettante en daarna een rondje gemaakt naar de toch in de (nietzo) buurt wonende familieleden.
Wat een raar fenomeen, zo’n afscheidsbezoek. Tante is al jaren bezig om de pijp (met de nodige kracht en aandringen) aan Maarten te schenken, maar het ziet er nu (ondanks ongeloof bij diverse leden van de incrowd) dat hij deze keer niet aan het ding kan ontkomen. Want bij Tante is nu een vuistdikke witte vlek in de longen geconstateerd, en dat is nooit goed……
Nu ben ik niet zo’n familie type. Alles wat niet bij me in huis woont heb ik eigenlijk wel een beetje buiten mijn emotionele pantser gebonjourd. Zo ook Tante, waar ik in de afgelopen 20 jaar misschien 10 keer bij op bezoek ben geweest. Het vreemde is dan ook dat er toch wat steken achter het pantser komen en er weer wat lang vergeten herinneringen komen bovendrijven. En weet je, ik kan Tante eigenlijk wel samenvatten in een associatie: De geur van vers gebakken brood. Want als ik logeerde bij Tante dan rook ik dat op het balkon.
Gaat iemand wel helemaal dood? Of blijft er iets achter van mensen, zolang anderen hun (liefdevol) herinneren? Als dat laatste het geval is dan zal Tante niet helemaal doodgaan, want elke keer dat ik vers gebakken brood ruik (van de echte bakker) dan denk ik terug aan de logeerpartijen bij Tante. Wint die Maarten het toch een beetje.